Product informatie over het ei
Soort eieren
Uit welk houderijsysteem komt een ei? Het ene ei is het andere niet. Dat heeft te maken met de verschillende manieren waarop je kippen kunt houden, de houderijsystemen. Kippen die consumptie-eieren leggen, de zogeheten legkippen, leven in Nederland in één van de volgende vier houderijsystemen:
Klik hieronder om naar de volgende pagina te gaan dat gaat over 'De anatomie van het ei'.
1. Scharrelhouderij
Een scharrelstal mag maximaal negen legkippen per m² bevatten. Er ligt strooisel op de vloer waar ze kunnen scharrelen
en er staan plateauetages met zitstokken op verschillende hoogten.
Op deze niveaus kunnen de kippen eten en drinken en leggen ze eieren in de legnesten.
Het ei dat hier gelegd wordt heet een scharrelei.
2. Scharrelhouderij met vrije uitloop
De stallen van de vrije-uitloophouderij zijn gelijk aan de scharrelstal. De dieren kunnen overdag naar buiten,
waar iedere leghen minimaal 4 m² oppervlak voor zichzelf heeft. Een buitenverblijf dat grotendeels begroeid is
met gras en bomen. Hier komt het vrije- uitloopei vandaan.
3. Biologische houderij
Biologische kippen worden meestal in dezelfde stallen gehouden als scharrel- of vrije-uitloopkippen, alleen is het er
wat minder druk: maximaal zes kippen op 1 m². Buiten heeft elke kip minimaal 4 m² begroeide buitenruimte
ter beschikking. Biologische kippen krijgen biologisch voer. Hun snavels mogen niet behandeld worden
om verenpikkerij te voorkomen.
4. Kooihouderij
Kooi-eieren komen van kippen die worden gehouden in stallen met daarin
grote kooien.
Elke kooi bevat volgens de eisen een legnest, zitstokken verschillende niveaus , scharrelruimte en een voer- en drinkgelegenheid. De kooien moeten groter zijn dan 2 m² met voor elke kip minimaal 890 cm² leefruimte.
Het voedsel van de kippen
In alle houderijsystemen krijgen de kippen grofweg hetzelfde voer: een mengsel van granen, maïs, soja, tapioca, vitaminen en kalksteentjes. Bij kippen in de biologische houderij is dit biologisch geteeld voer. De kippen die naar buiten kunnen, pikken daar natuurlijk ook voer op, zoals gras.
De eieren die gelegd worden rollen vanuit het legnest op een band, die ze transporteert naar de inpakmachine. De mest van de kippen wordt voor het overgrote deel opgevangen en regelmatig afgevoerd naar een speciale mestopvang.
Informatie op de verpakking
Eierhandelaren zijn wettelijk verplicht om op de eierdoosjes informatie te vermelden over de eieren die erin zitten.
Niet alleen over het soort eieren (dus: scharrel-, vrije-uitloop- of biologisch), maar ook over een aantal belangrijke gegevens.
Bijvoorbeeld: de naam en het adres van het pakstation, de kwaliteitsklasse, het gewicht van de eieren en de datum
tot wanneer de eieren ten minste houdbaar zijn. Ook moet de verpakking voorzien zijn van de adviestekst: Na aankoop koel bewaren.
Kwaliteitsklasse
Eieren in de winkel zijn altijd van kwaliteitsklasse A. Dit betekent dat ze voldoen aan de voorgeschreven kwaliteitsnormen
van de Europese Unie. Eieren die hier niet aan voldoen, komen niet in de winkel terecht.
Gewichtsklasse
Een gemiddeld ei weegt tussen de 60 en 65 gram. Maar meestal leggen kippen geen ‘gemiddelde’ eieren.
Er zijn doosjes eieren in S, M, L en XL, maar je hebt ook doosjes met verschillende maten. Dit staat dan op de verpakking vermeld:
S (small)ei van minder dan 53 gram
M (medium)ei van 53 tot 63 gram
L (large)ei van 63 tot 73 gram
XL (extra large)ei van 73 gram of zwaarder
​
Houdbaarheid
De Tenminste Houdbaar Tot-datum op de verpakking geeft aan tot wanneer de eieren – mits op de juiste wijze bewaard – in elk geval
te gebruiken zijn. Een ei is ten minste vier weken houdbaar. Dat wil niet zeggen dat ze daarna ongeschikt zijn voor consumptie.
​
​
Maak nu de opdrachten die bij deze les horen.
​
​